6/11

Dijkkwartier - interview met Kijmpe Bindinga

‘Blijf on speaking terms. Dan kom je er echt wel uit’

Het toekomstbeeld is helder: een woonwijk aan de Helderse zeedijk, die de verbinding tussen stad en zee bestendigt. Een enorm project, dat nu al om verzwaring van de dijk vraagt en waarbinnen veel partijen samen moeten werken. Een project ook, dat vraagt om de sloop van een groot aantal woningen. Kijmpe Bindinga woonde een groot deel van zijn leven aan de Kanaalweg. Het project zal grote gevolgen hebben voor de stek waar hij zich thuis voelt. “Ik wil hier echt niet weg. Maar geen stad wordt er beter van als alles bij het oude blijft.”
Het is ruim twintig jaar geleden dat hij het huis kocht, waar hij nu woont met Simone en hun mopshondje Varkie. Achter het huis ligt een flink stuk eigen grond. Van zijn 11e tot zijn 18e woonde hij ook al aan de Kanaalweg. “Ik was nog klein toen ik met mijn ouders naar Den Helder kwam. In eerste instantie woonden we aan de Ruyghweg. Het was de tijd dat een groot deel van de Visbuurt werd gesloopt en in de Sluijsdijkbuurt, werd net de ‘muizenstad’ opgebouwd. Daar speelden we graag in al die gangetjes. En daarna, toen we hier kwamen wonen, was Den Helder net in de laatste fase van de dijkverhoging. Daar verderop werden de nieuwe flats gebouwd.” Lachend: “Nou ja, toen waren ze nieuw. Ik ben nu 56, dus die flats zijn ruim 40 jaar oud.” Hij zag dus in zijn vroege jeugd al heel wat stadsvernieuwing. Maar zo langzaamaan is de vernieuwing aan vernieuwing toe. “Ja, en dat betekent dat deze huizen hier niet blijven staan.” Ze werden uitgenodigd voor een informatieavond, waar Kijmpe zich opgaf om lid te worden van de op te richten klankbordgroep. “Eigenlijk een groep mensen die zich betrokken voelt, op de hoogte wil zijn en mee wil denken.” Hij vertelt: “Tijdens de werkzaamheden in de Koningstraat fungeerde de parkeerplaats hier als opslag en afstort van materialen. Daar waren we niet van op de hoogte en daar hebben we best veel last van gehad. Ons huis hoeft pas in de derde fase gesloopt te worden, maar met die ervaring in ons achterhoofd, weet ik dat we al veel eerder last kunnen krijgen van sloop- en bouwwerkzaamheden. Ik wil voorkomen dat we straks in een bouwput wonen.” Hij stapte dus behoorlijk kritisch in de klankbordgroep. “Dat is wel veranderd. Ondanks de gevolgen die het voor ons zal hebben, ben ik enthousiaster geworden. Positief-kritisch, is denk ik het woord. Het plan is ambitieus, maar ik begrijp het wel. Ik ben geboren in Delfzijl, waar ik nog vaak ben teruggekeerd om familie te bezoeken. Een stad in een uithoek, waar de scheepvaart afnam en steeds minder werk was. Toch wel een beetje vergelijkbaar met Den Helder. Inmiddels is er veel gebeurd begreep ik, maar ze zijn daar naar mijn idee te laat met de stadsvernieuwing begonnen. Als je Den Helder van de verpaupering wil redden, is het niet realistisch om vast te houden aan vroeger.”

Speaking terms

Hij kent de weerstand tegen het Dijkkwartier. “Jaa, dan komt die wipkip op de dijk!”, vat hij de tegengeluiden samen. “Mensen roepen altijd dat er veel meer sociale woningen moeten komen en keren zich dan tegen dit soort ambitieuze nieuwbouw. Maar ik heb begrepen dat Den Helder al een overdaad aan sociale woningen heeft en ook in het nieuwe plan wordt aan de wettelijke eisen voldaan. In het verleden zijn hier veel mensen naartoe gekomen, omdat ze hier goedkoper konden wonen en een relatief klein deel van hun inkomen kwijt waren aan huur. Dat kan ik me helemaal voorstellen, maar het is niet per se goed voor de stad als geheel. Ik bedoel dit echt niet onvriendelijk, maar als je wil dat je stad floreert, is het nodig dat er óók mensen wonen die meer te besteden hebben. Als er geld in een stad omgaat, hou je de stad in leven. Zo niet, dan gaan restaurants op de fles en verdwijnen de winkels met als gevolg dat inwoners het alsnog buiten de stad gaan zoeken. Een lokale geldstroom zorgt dat mensen werk houden binnen de stad en dat hun geld weer terug kan stromen in de lokale economie. Ik sprak laatst iemand uit Rotterdam. Die zag het al helemaal voor zich: wonen op de dijk. Dat is zo bijzonder! Zoiets trekt mensen aan.”
Kijmpe ziet nog een reden voor nieuwbouw. “Woningen moeten aan steeds meer milieueisen voldoen. Als je kijkt naar de woningen die hier staan, dan moet je wel heel veel geld in renovatie stoppen om het toekomstbestendig te maken. Dan snap ik wel dat je gebouwen die zichzelf inmiddels hebben terugverdiend beter kunt vervangen.” Zelfs als dat voor hem betekent dat hij moet verhuizen. “Ik hoop dat we een goede deal kunnen maken, zodat we niet die absurde woningmarkt op moeten. We willen al niet weg, dus dat zien we echt niet zitten. Bovendien is dit huis voor ons van grote waarde, maar de economische waarde ligt minder hoog. Het gaat best lastig worden om iets vergelijkbaars te kopen.” Kijmpe en Simone gingen daarover het gesprek aan met Woningstichting. “Dat is voor ons de enige manier om dit te doen. Zorgen dat je met elkaar on speaking terms blijft. We hebben eerder gezien dat mensen als laatste bleven zitten in een flat die tegen de vlakte moest. Alles was verder dichtgetimmerd. Dat moet je niet willen. Als je realistisch bent en elkaar serieus neemt, kun je elkaar vast wel ergens vinden.”

Uitdragen

Zeestad speelt een belangrijke rol in de speaking terms van dit project. Waarom kan het volgens Kijmpe niet zonder hen? “Stel je voor dat een projectontwikkelaar uit de Randstad eerst al die woningen moet opkopen. Daarna moet het volgens alle strenge eisen die daarvoor gelden gesloopt worden en afgevoerd. De grond moet bouwrijp worden gemaakt, je zit met de vergunningen en vervolgens moet er gebouwd worden. Die woningen moeten wel zoveel opbrengen wil zo’n ontwikkelbedrijf het terugverdienen. Dat doen ze niet. Zeestad is niet gericht op winst maken voor zichzelf, maar doet investeringen in de stad.1   En ik weet dat er inwoners zijn die vinden dat ze te veel het straatbeeld bepalen. Maar realiseer je wel dat er geen andere club is die dat geld in onze stad durft te investeren.” Kijmpe vindt dan ook niet dat Zeestad te veel bepaalt. “Nee. In eerste instantie stonden ze met een koffiekar in de straat om mensen aan te spreken en uit te nodigen voor de informatieavond. Dat doen ze goed. Bewonersparticipatie is heel belangrijk. Zeestad is een betrokken club, die steeds beter bezig is mensen mee te krijgen. We hebben een goede, open en eerlijke verstandhouding.”
Kijmpe is niet alleen verknocht aan zijn huis. Eigenlijk is het gebied waar het Dijkkwartier moet verrijzen zijn favoriete plek in Den Helder. “Ik scheurde hier vroeger al met mijn brommer de dijk op. Op mijn 17e huurde ik een werkplaats om te sleutelen. Die heb ik later gekocht, met een groot stuk eigen grond. Eigenlijk concentreert mijn leven zich al heel lang rond dit gebied. Ik ging hier vroeger aan de overkant naar de Postbrug. En heb je wel eens op de dijk gestaan met oud en nieuw? Dat is zo mooi. Ja, dit is wel echt mijn plekkie en het gaat zeer doen om weg te gaan. Maar toch, als je kijkt naar wat er de afgelopen jaren allemaal gebeurd is in de stad, moet je toegeven dat het verbetert. Dat vind ik echt en dat mogen we uitdragen.”
1 Projectontwikkeling in Den Helder vindt plaats binnen een nauwe samenwerking tussen Woningstichting, gemeente en Zeestad.